Fioretti College Veghel

CKV podiumkunsten intro les theater

CKV - Theater Les 1
1 / 96
next
Slide 1: Slide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 96 slides, with interactive quizzes, text slides and 23 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

CKV - Theater Les 1

Slide 1 - Slide

Deze lessenserie gaat over podiumkunst. Hiermee wordt bedoeld: vormen van kunst die opgevoerd worden op een podium in de aanwezigheid van een publiek. Hierbij kun je denken aan vormen van dans, theater, zang, opera, poezie, cabaret enz. Tijdens de lessenserie werken we aan de volgende leerdoelen:

- Je leert over de verschillende vormen van podiumkunst.
- Je leert de reflecteren op de inhoud van een stuk. I.p.v. - vind ik het leuk of niet leuk - bekijk je het stuk op betekenis, decor, kostuums, beweging etc.
- Je verkent nieuwe vormen van kunst en expressie.
Afgelopen periode

In de eerste periode hebben jullie kennis gemaakt met 1 kunstvorm en dat was Beeldende kunst. Binnen beeldende kunst hebben we gekeken naar Graffiti & Streetart, maar ook naar andere kunst die we vinden in de buitenlucht. (denk aan het voorbeeld van de Flying Pins) Daarnaast hebben jullie gezocht naar toevallige kunst. 


Deze periode gaan we aan de slag met Podiumkunst, ook wel Theater genoemd!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

- Je leert over de verschillende vormen van theater.

- Reflecteren en analyseren: Wat zie je, wat hoor je, wat denk je dat het betekent? Het gaat niet zozeer om leuk of niet leuk.

- Je let op decor, kostuums, muziek en beweging en kunt hier een betekenis aan koppelen.

Er is geen sprake van goed of fout. Iedereen ervaart het op zijn eigen manier.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht: Analyseer een door jou gekozen theaterstuk


Zoek een voorstelling op (via youtube) van een theaterstuk wat jouw interesse heeft (dans, cabaret, musical, ballet, opera etc)


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

EINDOPDRACHT PERIODE 2 

Beschrijf aan de hand van onderstaande punten de voorstelling die je gezien hebt. Dat doe je in een verhaalvorm.
(bijvoobeeld: Dit stuk is een komedie over liefde tussen prinsen en prinsessen. Twee acteurs speelden heel vrolijk met hoge stemmetjes...enz.)
Wat moet er echt in je verhaal staan; 
1. Soort theater
(bijvoorbeeld cabaret, dans, muziekvideo, musical, ballet, opera etc)

2. Waar gaar het over/ ofwel wat is het thema
bijvoorbeeld:  liefde, teleurstelling, angst, bedrog, vertrouwen, verleden, droom, geluk. 

3. Welke personages zie je ?
 (bijvoorveeld ouders, kinderen, helden, slachtoffers, prinsen en prinsessen, bazen en knechten)




 n

4. Sfeer
bijvoorbeeld: spannend, droevig, blij, grappig, bloederig, plechtig.

5. Acteurs/spel
bijvoorbeeld: aantal acteurs, acteurs die je goed vindt (geef aan waarom), overdreven of ingetogen, gebaren, opvallend gedrag of bewegingen, bijzonder stemgebruik, een mooie  scene waarin je helemaal 'mee' gaat met de acteur.

6. Decor/waar speelt het zich af?
bijvoorbeeld: huiskamer, kasteel, kantoor, trappen, pilaren voorwerpen of attributen, realistisch of abstract, audiovisueel materiaal (bv. video).

Maak dit verhaaltje  netjes op in een worddocument en voeg voor je leraar de link naar youtube toe. Je krijgt hiervoor een cijfer!





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we nu eerst doen:

We gaan verschillende vormen van theater bekijken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

CKV
Theater

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is theater?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

En dit dan?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

En dit?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij
theater?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Theater
 Het woord ‘theater’ komt dan ook van het Griekse ‘theatron’, wat ‘kijken naar een bepaalde plaats’ betekent. 
Er is sprake van theater als er een speelplek is waar een of meerdere spelers voor publiek optreden. 
Dit optreden kan van alles zijn. Een cabaretier kan het publiek vermaken met verhalen en woordgrapjes, een mimespeler vindt dat een beeld meer kan zeggen dan woorden, in opera word gezongen en in de musical worden verschillende stijlen gecombineerd.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is theater?
Er is GEEN universele definitie van theater, er is dus geen vaste regel over wat theater precies is. Het antwoord op de vraag "wat is theater?" is mede afhankelijk van de historische en culturele context waarin theater plaats vindt: theater past zich zoals alle kunst aan cultuur aan.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is theater?
Je hebt nodig: speelvlak, spelers en publiek.

Er zijn drie voorwaarden, die je kunnen helpen:
1. Maker en kijker zijn tegelijk aanwezig
2. Theater vindt plaats in de tijd en ruimte van het hier en nu
3. Theater is niet te herhalen: elke voorstelling is anders

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Heb jij weleens een vorm van theater bezocht of bekeken?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Quiz theater
Welke theatergenres ken jij eigenlijk al?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre was dit?
A
Ballet
B
Cabaret
C
Musical
D
Opera

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre was dit?
A
Muziektheater
B
Jeugdtheater
C
Musical
D
Ballet

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre was dit
A
Opera
B
Cabaret
C
Ballet
D
Musical

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Hoe noemen we deze vorm van theater?
A
Opera
B
Muziektheater
C
Cabaret
D
Musical

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre zag je hier?
A
Cabaret
B
Musical
C
Ballet
D
Opera

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre zag je hier?
A
Ballet
B
Musical
C
Opera
D
Cabaret

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wie hoort waar?
Acteurs
Regisseur
Podium

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

En achter de schermen, wat hoort waar?
Licht
Geluid
Podium

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Waarom zit de geluidsman in het publiek?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Geschiedenis van het theater

Het westerse theater ontstaat in het oude Griekenland
ca. 500 voor christus werden de eerste theatervoorstellingen gegeven.

De Grieken kende twee soorten theater. De komedie en de tragedie. 

Slide 38 - Slide

Maskers Symbool van het theater. Blij en verdrietig.  Net als de tragedie en komedie van de Grieken.
Odeon van Herodes Atticus
uit het jaar 200
Carré Amsterdam
1887

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Waarom speelden de Grieken theater?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Theater is een verzameling van verschillende podiumkunsten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Een concert is ook theater?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Westers theater is ontstaan in
A
Het Romeinse rijk
B
De Verenigde Staten
C
China
D
Griekenland

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Les 2 Cabaret

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Wat is cabaret

Cabaret is een verzamelnaam voor grappige opvoeringen die soms ook kritisch kunnen zijn op de wereld om ons heen.  

Er zijn verschillende soorten cabaret maar een cabaretvoorstellingen bestaat meestal uit meerdere soorten cabaret.



Wij gaan er met drie kennismaken: sketch, stand up comedy en fysiek cabaret
Tekst

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij cabaret?

Slide 47 - Mind map

This item has no instructions

Soorten cabaret
Stand up comedy: iemand die met microfoon een serie kortere of langere grappig bedoelde verhalen vertelt. 

Sketch: kort en grappig optreden, vaak tussen één en tien minuten met een of meer acteurs. Op het podium of andere omgeving. 

Fysiek cabaret: In de voorstelling ligt de nadruk veel minder op het tekstuele gedeelte, maar meer op acrobatische stunts en grappen met voorwerpen en apparaten. Ook spelen gebaren en non verbale communicatie hierbij een grote rol.
Voorbeelden hiervan zijn: Waardenberg en De Jong, Schudden en de Ashton Brothers.







Slide 48 - Slide

een anekdote is een kort verhaal waarin een gebeurtenis, meestal beleefd door een (historische) persoon, op humoristische wijze wordt neergezet

Slide 49 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Verschillen binnen stand up comedy


We kijken nu naar Jochem Myer. Let eens op zijn verhaal, typetjes, snelheid t.o.v. Martijn Koning

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Video

This item has no instructions

Beide heren zijn stand up comedian. Welke verschillen kan jij benoemen?

Slide 53 - Open question

This item has no instructions

Slide 54 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 55 - Quiz

This item has no instructions

Slide 56 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 57 - Quiz

This item has no instructions

Slide 58 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 59 - Quiz

This item has no instructions

Slide 60 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 61 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag in een duo

Zoek cabaret van maximaal 3 minuten op via youtube en beantwoord in je duo de volgende vragen:

Waar gaat het cabaret over?
Wat kun je vertellen over de personages?
Wat kun je vertellen over het decor?
Zit er een of meerdere van de drie soorten cabaret in die wij hebben besproken? Zo ja, welke herken je?

Tijdens de volgende les bespreken we klassikaal het gemaakte werk!



Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Les 3 Muziekvideo




Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Een muziekvideo is multidisciplinair, dat betekent dat er verschillende vormen van kunst inzitten, waaronder ook theater

Slide 64 - Slide

This item has no instructions


Gebruik het papier op je tafel

Let in de volgende muziekvideo op:
De bewegingen en emoties
De muziek
Kostuums en grime
Decor en omgeving
De boodschap 

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Slide 66 - Video

This item has no instructions

Beschrijf de muziek in drie woorden

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Welke emoties heb je tot nu toe voorbij zien komen? Benoem minimaal 3 emoties.

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Hoe zou je de kostuums van de dansers omschrijven?

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je dat de boodschap is van dit kunstwerk?

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Mijn favoriete muziekvideo...

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

Slide 72 - Video

This item has no instructions

Hoe klonk Beyonce?
A
blij
B
fel
C
zelfverzekerd
D
vrolijk

Slide 73 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je vertellen over de plek(decor) waar de video is opgenomen?

Slide 74 - Open question

This item has no instructions

Wat willen Beyonce en Jay-Z zeggen met deze video denk jij?

Slide 75 - Open question

This item has no instructions

Les 4
Dans

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al van dans?

Slide 77 - Mind map

This item has no instructions

Ballet
Ontstaan rond 1700
Aan het franse hof,
het is de meest technische vorm van dansen
Toneel +
Muziek +
Dans

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Louis de XIV werd ook wel de zonnenkoning genoemd omdat hij de rol van zonnekoning zo mooi kon dansen. 

Kun je je voorstellen dat Willem Alexander in een ballet danst.

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

Slide 80 - Video

zo zag ballet er in 1700 ongeveer uit
Bekijk de volgende twee filmpjes 
Let op verschillen en overeenkomsten

Slide 81 - Slide

This item has no instructions

Slide 82 - Video

klassiek ballet

Slide 83 - Video

moderne dans
Moderne dans
Klassiek ballet
Spitzen
Beweging vooral naar boven 
en naar buiten gericht.
Blote voeten
Vallen en opstaan.
Bewegingen aardser/ naar de grond gericht.
Natuurlijke bewegingen van de mens.

Slide 84 - Drag question

This item has no instructions

Moderne dans: blote voeten, vallen en opstaan,  bewegingen aardser/naar de grond gericht, natuurlijke bewegingen van de mens.


Klassiek ballet: spitzen, bewegingen vooral naar boven en buiten gericht 

Moderne Dans        vs.         Klassiek Ballet

Slide 85 - Slide

This item has no instructions

Urban 
Urban dance is een verzamelnaam die we gebruiken om verschillende maar nauw verwante dansstijlen te beschrijven. Toch blijft deze naam verwarrend. Want welke dansstijlen vallen er dan onder urban dance? Met een paar video's gaan we de verschillen tussen de diverse urban dansstijlen leren (her)kennen.

We onderscheiden:
Hip hop
Popping
Locking
House



Slide 86 - Slide

This item has no instructions

House
House wordt specifiek gedanst op house muziek, en is daarmee wat makkelijker te herkennen dan de andere stijlen die niet specifiek aan een muziekstijl zijn gebonden. House muziek heeft een opzwepend karakter met een duidelijk ritme. Dit is terug te zien in de dans, waarbij het bovenlijf ritmisch meebeweegt op de beat en de benen snel, ingewikkeld voetenwerk uitvoeren.

Slide 87 - Slide

This item has no instructions

Slide 88 - Video

house

Hiphop
Hiphop is een dansstijl gebaseerd op freestyling. Bepaalde moves en technieken van deze freestyle zijn in de loop der tijd vastgelegd vanuit de zogenaamde social dances, die weer vermengden met andere (culturele) invloeden. De muziek is meestal traag en geeft de dansers de mogelijkheid om met alle details en accenten in de muziek te spelen.

Slide 89 - Slide

This item has no instructions

Slide 90 - Video

hiphop
Popping
De stijl popping kenmerkt zich door spierspanningen die heel geconcentreerd in het lichaam worden getoond in de vorm van een slag of een ‘hit’. Daarbij worden de bewegingen geïsoleerd ofwel los van elkaar geplaatst door korte stops. Dit kan een soort mechanisch effect geven

Slide 91 - Slide

This item has no instructions

Slide 92 - Video

Popping
Locking
Locking is een levendige, groovy en funky stijl. De dans is actief, heeft veelal een komisch karakter en bevat met regelmaat een ‘lock’. Hierbij wordt een beweging even kort vastgezet, om vervolgens de groove en het ritme van de muziek te herpakken.

Slide 93 - Slide

This item has no instructions

Slide 94 - Video

locking
Opdracht: Analyseer een door jou gekozen theaterstuk
Zoek een voorstelling op (via youtube) van een theaterstuk wat jouw interesse heeft (dans, cabaret, musical, ballet, opera etc)


Slide 95 - Slide

This item has no instructions

EINDOPDRACHT PERIODE 2 

Beschrijf aan de hand van onderstaande punten de voorstelling die je gezien hebt. Dat doe je in een verhaalvorm.
(bijvoobeeld: Dit stuk is een komedie over liefde tussen prinsen en prinsessen. Twee acteurs speelden heel vrolijk met hoge stemmetjes...enz.)
Wat moet er echt in je verhaal staan; 
1. Soort theater
(bijvoorbeeld cabaret, dans, muziekvideo, musical, ballet, opera etc)

2. Waar gaar het over/ ofwel wat is het thema
bijvoorbeeld:  liefde, teleurstelling, angst, bedrog, vertrouwen, verleden, droom, geluk. 

3. Welke personages zie je ?
 (bijvoorveeld ouders, kinderen, helden, slachtoffers, prinsen en prinsessen, bazen en knechten)




 n

4. Sfeer
bijvoorbeeld: spannend, droevig, blij, grappig, bloederig, plechtig.

5. Acteurs/spel
bijvoorbeeld: aantal acteurs, acteurs die je goed vindt (geef aan waarom), overdreven of ingetogen, gebaren, opvallend gedrag of bewegingen, bijzonder stemgebruik, een mooie  scene waarin je helemaal 'mee' gaat met de acteur.

6. Decor/waar speelt het zich af?
bijvoorbeeld: huiskamer, kasteel, kantoor, trappen, pilaren voorwerpen of attributen, realistisch of abstract, audiovisueel materiaal (bv. video).

Maak dit verhaaltje  netjes op in een worddocument en voeg voor je leraar de link naar youtube toe. Je krijgt hiervoor een cijfer!





Slide 96 - Slide

This item has no instructions